Flanksteun (waaronder overdrive en edge)

Hallo,

Mijn naam is Robbin Dekker en ik volg sinds kort een acteeropleiding waarbij ook zang wordt gegeven.
We hebben de verschillende stemfuncties behandeld, waarmee u wellicht bekend bent, Neutral, Curbing, Overdrive en Edge.

Mijn vraag gaat over Overdrive.
Kunt u mij meer informatie verschaffen over deze stemfunctie waaronder ook bepaalde voorbeelden.

Dit zou mij enorm helpen in het begrijpen en uitvoeren van deze stemfunctie op zowel acteer en zang gebied!

Met vriendelijke groet,
Robbin Dekker

Hallo Robbin,
 
de "overdrive" techniek is een vorm van ademsteun geven met je flanken.
Ik leg het het liefst in nederlandse termen uit, om een en ander begrijpelijker te maken:
 
Zowel bij spreken als bij zingen gebruik je in de eerste plaats je lagere buikspieren voor klankondersteuning (ademondersteuning). Wanneer je moet lachen of hoesten kun je deze buikspieren goed voelen. Dit is buiksteun.
Bij ademsteun gaat het er ook om dat je je uitademing kunt controleren. Je vertraagt het moment en de lengte (duur) van je uitademing. Dat doe je onder andere door je middenrif langer laag te laten blijven en (dus) je ribben wat langer wijd te houden. Dat wijd houden van je ribben heet flanksteun.
 
Flanksteun kun je onderverdelen in verschillende sterktes, afhankelijk van de mate waarin je je middenrif fixeert (laag houdt) en of je je ribben al dan niet extra uitduwt:
1): in de lichte fixatiestand houd je je borstkas breed, door je ribben tegen te houden wanneer ze willen inklappen op je uitademing. Je duwt je ribben niet extra uit.
In deze stand (bij CVT zouden ze dit 'neutral' noemen) gebruik je veel buiksteun, en kun je een gesprek voeren of een liedje zingen op een zacht tot kamervullend volume.
Probeer maar op het woordje 'lief': zet volledig af op je lage buikspieren ( alles rondom je navel) en laat het volume steeds iets toenemen.
 
2): in de gemiddelde fixatiestand duw je je flanken een beetje extra uit op je uitademing en span je je bekkenbodem een klein beetje aan (dat gaat vaak vanzelf: je maakt jezelf voor je gevoel een beetje breder, maar zonder dat er spanning of druk op je flanken of op je middenrif komt te staan). In deze stand kun je toonsprongen, accenten en lange tonen maken op een normaal (kamervullend) tot redelijk luid volume. Deze stand is te vergelijken met wat ze bij CVT 'curbing' noemen, maar dan zonder dat je persé je nasale resonans hoeft te gebruiken. Je buik doet in deze stand ook nog flink mee.
 
3): in de zware fixatiestand duw je je flanken flink uit en span je ook je beddembodem flink aan. Daarbij komt je hele rug op spanning te staan, wat aanvoelt alsof je licht perst vanuit je bekken. Dit wordt ook wel rug ankering genoemd: je zet als het ware af met je rug. Dit is wat ze bij CVT bedoelen met 'overdrive'. Bij overdrive moet je dan ook nog flink veel nasale resonans in je stem gebruikien. In feite ben je dan aan het belten.
Je buik doet in deze stand nauwelijks nog mee, maar blijft vlak.
 
Om overdrive te oefenen kun je het beste op een wat lagere toon beginnen, met bijvoorbeeld de zin 'ik ben BOOS'. Duw op 'boos' je flanken extra uit en probeer dit steeds iets sterker te doen. Oefen daarna eerst je nasale resonans, bijvoorbeeld op Jing Jeng Jang, Njing, Njeng, Njang en ga het nasale (of twang zoals ze bij CVT zouden zeggen) dan pas combineren met zware flanksteun. Zodoende is de kans groter dat je je strottehoofd niet onnodig onder druk zet (wat klinkt als een afgeknepen stemmetje).
 
Welke vormen van middenriffixatie/flanksteun je toepast hangt af van het volume dat je wilt produceren en de sound die je wilt maken. Buiksteun gebruik je vooral in de zgn. 'lichte muziek', wanneer het allemaal nog niet zo luid hoeft te klinken. Hoe zachter je zingt, des te meer kleurverschillen je kunt maken met je klank.
 
succes met je opleiding!
 

Buiksteun

Hallo Noortje,

Ik weet niet zo goed hoe ik deze vraag aan moet kleden...
Ik zing ontzettend graag en doe het ook al zo lang ik me kan herinneren. Vooral popsongs. Ik zing zuiver, maar daar is alles mee gezegd.

Ik weet dat je (wil je goed zingen) je lagere buikspieren moet gebruiken. Dit lukt mij niet. Mijn ademhaling is verkeerd. Ik adem te hoog zeg maar. Logischerwijs is dat ook te horen aan mijn zang.

Zou ik je om wat tips/oefeningen kunnen vragen om mijn ademhaling 'naar onder' te krijgen? Alvast hartstikke bedankt!
Groeten,
Richard
Hallo Richard,
 
Een lage ademhaling wil zeggen dat je buikholte bol kan worden op een inademing en weer plat op een uitademing. Ook is het belangrijk dat je middenrif niet wordt gefrustreerd in de natuurlijke beweging bij in- en uitademen. Een sterk gecontroleerde  uitademing heet ademsteun. Daarbij zorg je ervoor dat je buik niet in een keer leegloopt, maar houd je je flanken en je buik langere tijd bewust iets uitgespannen. Je vertraagt als het ware de uitademingsimpuls.

Het is belangrijk dat je goed leert inademen: je moet je buik dan de gelegenheid geven om bol te worden. Vind je dat lastig, dan kun je proberen om op een inademing bewust je navel een beetje naar buiten te duwen. Houd dit een paar tellen vast en blaas dan leeg, met goed getuite lippen. Je navel moet naar binnen gaan, richting je rug. Wanneer je aan het einde van je adem bent, zet je je mond goed open, zonder de lucht naar binnen te zuigen. Je buik wordt als het goed is vanzelf weer bol.

Let er bij het uitademen op dat dat je middenrif niet vastzet / je flanken niet meer uitduwt dan nodig. Je mag, zeker zolang je niet al te hard zingt, geen spanning op je middenrif, of vlak eronder, of in je keel ervaren. Je spant alleen je lippen aan (in tuitvorm) en je lagere buikspieren, de spieren waarmee je ook lacht en hoest etc. Met deze buikspieren kun je korte of lange (adem)impulsen geven aan een klank, zodat je accenten kunt leggen in een zin of woord en volume en toonhoogtes kunt maken. 

Oefen als eerste met inademen (buik bol maken) en goed uitblazen (buik weer plat maken). Pas deze buiksteun vervolgens toe op een eenvoudig melodisch motiefje, bijv. een toonladder van een kwint, omhoog en weer omlaag (1-2-3-4-5-4-3-2-1). In het stijgen van de toon trek je je navel langzaam naar binnen, in het dalen van de toon laat je je navel langzaam weer los.

Probeer tot slot om je buiksteun flexibel te gaan gebruiken tijdens het zingen, dat wil zeggen: je beweegt je navel naar binnen en laat deze weer los, zonder dat je opnieuw inademt! Je buik/navel beweegt op één uitademing naar binnen, weer naar buiten, weer naar binnen, weer naar buiten enzovoorts, totdat je adem op is en je opnieuw moet inademen. Dit kun je bijvoorbeeld oefenen door je motiefje een aantal keer achter elkaar te zingen (in het voorbeeld van de toonladder over een kwint: 1-2-3-4-5-4-3-2 1-2-3-4-5-4-3-2-1). Let er hierbij op dat je je middenrif niet op spanning zet, je rechte buikspieren (waarmee je tilt, duwt etc.) niet aanspant.

Ik hoop dat je hier wat aan hebt!
groetjes,
Noortje

Vraag: Baard in de keel

Hallo ik ben Teus van 15 jaar en ik heb een vraag: bij sommige nummers als ik zing komt er niet veel pit uit en kan ik niet goed hoog genoeg zingen. Ik vroeg me af heeft dit te maken met de baard in mijn keel? En als dat zo is wanneer is dat bij een gemiddelde jongen over want ik wil sommige nummers zingen maar dan lukt het niet en dan komt er geen geluid uit. Hoe komt dat? Alvast bedankt, gr Teus van der Linden

Peppi en Kokki centjes verdienen... een paar dingen die je moet weten over geld

En dan is het eindelijk zover! Na (maanden)lang repeteren ga je live performen voor publiek! En je krijgt er nog voor betaald ook!
Het is natuurlijk logisch dat je de belangrijkste afspraken over je optreden altijd schriftelijk vastlegt in een overeenkomst. De opdrachtgever - veelal een particulier, of een kroegbaas, of een organisator van bedrijfsfeesten - zal willen voorkomen dat hij voor jou als artiest loonbelasting en premies moet betalen. Spreek je hierover niets af, dan kan en mag de Belastingdienst er van uitgaan dat je voor de duur van het optreden bij je opdrachtgever in loondienst was en dan moeten er dus premies worden afgedragen, plus - als je extra pech hebt - een boete!
Om dit te voorkomen kun je twee dingen doen:
  1. je laat je optreden verlonen door een verloningsbureau.  Het verloningsbureau stuurt voor jou een factuur naar de opdrachtgever én draagt zorg voor de afdracht van premies. Je wordt dan geacht op de dag van het optreden in loondienst te zijn bij het verloningsbureau. Extra fijn is, dat het verloningsbureau de opdrachtgever ook achter de broek zit als er niet op tijd wordt betaald en desnoods het incassotraject voor je ingaat.
  2. je factureert de opdrachtgever zelf en gaat ook zelf achter je geld aan als er niet op tijd wordt betaald. In principe breng je ook BTW in rekening. Voor deze optie is het verstandig dat je zorgt dat je in bezit bent van een zogenaamde VAR-verklaring van de Belastingdienst - oftewel een Verklaring Arbeidsrelatie - en die krijg je alleen als je staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel als Zelfstandig Ondernemer (de ZZP inschrijving als Zelfstandige Zonder Personeel). In de VAR moet vermeld staan dat alle inkomsten uit optredens worden beschouwd als winst uit onderneming, want alleen dan is de opdrachtgever gevrijwaard van de heffing van loonbelasting en premies volksverzekeringen. Je moet iedere opdrachtgever een kopie van de VAR-verklaring verstrekken en voor ieder kalenderjaar opnieuw een VAR aanvragen. De heffing van loonbelasting en premies komt ten laste van het resultaat van jouw winst uit onderneming.
Optie 1 werkt prima wanneer je naast je optredens ook nog 'een gewone baan' hebt (een loondienstbetrekking), of wanneer je uitsluitend je geld verdient met optreden.
Optie 2 is vooral handig wanneer je naast optreden ook andere ondernemings gerelateerde activiteiten beoefent, zoals bedrijfstrainingen geven, boeken verkopen, lesgeven in een eigen praktijk, workshops organiseren en zovoort. Vaak moet je daarvoor namelijk BTW berekenen en dus een BTW boekhouding voeren.
Bovenstaand verhaal is natuurlijk maar een notendopje. Wil je meer weten, kijk dan eens op de website van Erik Timmermans http://www.xs4all.nl/~yni/ , pagina Verloningsservice. Op grond van eigen ervaring durven we zijn verloningsbureau You Name It! hier aan te bevelen.
Heb jij goede of juist vervelende ervaringen met 'dubieuze' opdrachtgevers en/of verloningsbureaus, zoals standaard te laat of helemaal niet betalen, laat het ons weten!

Vraag: van last van mijn keel zonder duidelijke oorzaak

Hallo,
ik zag uw website en vond hier wat informatie op over stembanden, maar toch niet helemaal precies met wat ik heb, misschien weet u wat het is.... Ik ben zelf 25 jaar en zing al vanaf mijn 13e. Nederlandstalig om precies te zijn en hier en daar engelstalige liedjes. Ik heb er helaas mee moeten kappen omdat ik last van mijn keel kreeg. De reden: ik zou het niet weten! Het begon ineens met gevoel van slijm in me keel. beetje bij beetje ging ik overslaan, van tonen van de normale toon ineens naar een klemtoon toe en dit merendeels grotendeels eigenlijk bij klinkers, I, E en A.
Ook als de toon langer vast hou blijf ik overslaan. Ben hiervoor naar de KNO arts geweest om te kijken naar mijn stembanden en neus, maar hier was niets aan de hand, alles zag er keurig uit. Liedjes: wat ik zong, kan ik niet meer zingen, ik moet teveel druk en kracht uitzetten. En dat wordt uiteindelijk 'persen', dit klinkt niet mooi meer. Na 1 liedje ben ik dan ook zeer schor. Mijn moed begint langzamerhand heel veel weg te zakken en ik weet ook niet meer wat ik hier aan kan doen. Daarom hoop ik dat i wat raad of misschien tips/idee heeft wat het kan zijn. Alvast heel erg bedankt.
mvg Piet
Geplaatst om 12:10

Zangmethodes

Is de 'wetenschappelijke onderbouwing' die sommige zangmethodes claimen te hebben een garantie voor de kwaliteit van die methode? Waarom willen zangmethodes zich überhaupt op die manier bewijzen?
Naar mijn idee zijn de hypes rondom zangmethodes als CVT en EVTS vooral ontstaan, omdat er lange tijd gewoon geen specifieke zangmethode bestond voor lichte muziek. Klassieke zangers kregen een opleiding en 'lichte' zangers (pop en jazz), die deden in de ogen van de klassieke zangwereld maar wat. Er werd lange tijd neergekeken op 'lichte' muziek, want daar hoefde je niets voor te kunnen (!).
Voorzover pop- en jazz-vocalisten techniek onderwijs kregen, was dit lange tijd vooral gebaseerd op de klassieke principes, maar dan iets 'lichter' aangezet: borst breed en keel wijd houden, middenrif laag houden en flanken uitduwen, met een iets persende ademsteun.  Een mooi voorbeeld zijn de zangeressen Billie Holiday en Sarah Vaughan. Holiday is evident ongeschoold, maar wordt geroemd om haar doorleefde stem, terwijl Vaughan de jazz zang benadert als een typisch klassiek geschoolde alt.
Misschien hebben de bedenkers van de  'nieuwe' technieken nog steeds het gevoel dat ze zich moeten 'bewijzen' tegenover hun klassieke collega's en wordt daarom continu de wetenschap er weer bijgehaald. Alsof het niet om fysiologische feiten gaat, die je met een gezonde dosis zelfonderzoek en gezond verstand ook zelf kunt ontdekken! Feiten die je überhaupt van je zangdocent of op een conservatorium zou moeten leren.
Buiksteun? Mijn zangdocente had er nog nooit van gehoord. Ja, lage ademhaling, zover kwamen we wel, maar verder was alle techniek semi-klassiek. Ik merkte dat deze benadering me voor jazz- en popbeoefening te weinig bood. Wel lekker bij de brullende rock, maar ik wilde ook kunnen kleuren in zachtere muziek. Kleuren en continu kracht zetten verhouden zich slecht tot elkaar.
Door mijn theateropleiding ontdekte ik dat ik veel meer kon doen met mijn stem dan ik tot dusver voor mogelijk had gehouden en ik besloot om verder te gaan experimenteren met mijn stem en met het effect van expressie op je klank. Van EVTS of CVT had ik toen nog nooit gehoord (Jeffrey Allen's The Secret Of Singing bestond toen al wel, maar ook dat was vooral gericht op flank ankering), maar met een goede dosis gezond verstand, medisch speurwerk en zelfonderzoek was ik in staat om Method Singing stap voor stap te ontwikkelen en uiteindelijk op papier te zetten.
EVTS is wat dat betreft toch ook weer de klassieke invulling van zangtechniek in lichte muziek. Vandaar de nadruk op flanksteun en rug-/nek ankering en het gebrek aan aandacht voor buiksteun, mimiekgebruik (mond, tong, zacht verhemelte) en klankplaatsing en de beperkte, categoriale toepassing van resonans. Het naar beneden geduwd houden van je schouders en het op spanning houden van je middenrif (met daarbij continu uitduwen van de flanken) is typisch iets uit de klassieke leer. Destijds was EVTS ook vooral een eye-opener voor vocalisten en docenten, die vanuit een klassieke opleiding wilden omschakelen naar de lichte muziek en die daarbij vaak ook een gebrekkige kennis hadden van het menselijk lichaam. Als zoekenden in de woestijn klampten ze zich vast aan EVTS (en later weer aan CVT en later weer aan Lichtenberger enzovoort). EVTS vind ik een techniek die vooral geschikt is voor kamermuziek (het lichtere klassieke werk), musical en 'brulpop'. Persoonlijk houd ik niet zo van de sekte-achtige afdrachtregeling, die voor gecertificeerde EVTS docenten bestaat: deze docenten moeten een deel van hun inkomsten afstaan aan de Jo Estill Foundation. Maar daar kiezen ze zelf voor wanneer ze besluiten om uitsluitend met EVTS verder te gaan.
CVT vind ik persoonlijk het meest in de buurt komen van Method Singing, omdat bij CVT goed onderscheid wordt gemaakt tussen buiksteun en flanksteun. In Method Singing is weer meer aandacht voor klankplaatsing en klinkervorming.
Is er één zaligmakende zangtechniek? Ik vind van niet. Uit elke techniek kun je iets goeds halen, mits je goed onderwijs krijgt en je goed uitgelegd krijgt wat er in je lichaam en met je stem gebeurt. Van een zangdocent mag je kennis van zaken verwachten. Een zangdocent moet kunnen schakelen in technieken aan de hand van de stijl waarin je zingt en aan de hand van de behoeftes van de leerling. Dàt is kwaliteit.