Buiksteun

Hallo Noortje,

Ik weet niet zo goed hoe ik deze vraag aan moet kleden...
Ik zing ontzettend graag en doe het ook al zo lang ik me kan herinneren. Vooral popsongs. Ik zing zuiver, maar daar is alles mee gezegd.

Ik weet dat je (wil je goed zingen) je lagere buikspieren moet gebruiken. Dit lukt mij niet. Mijn ademhaling is verkeerd. Ik adem te hoog zeg maar. Logischerwijs is dat ook te horen aan mijn zang.

Zou ik je om wat tips/oefeningen kunnen vragen om mijn ademhaling 'naar onder' te krijgen? Alvast hartstikke bedankt!
Groeten,
Richard
Hallo Richard,
 
Een lage ademhaling wil zeggen dat je buikholte bol kan worden op een inademing en weer plat op een uitademing. Ook is het belangrijk dat je middenrif niet wordt gefrustreerd in de natuurlijke beweging bij in- en uitademen. Een sterk gecontroleerde  uitademing heet ademsteun. Daarbij zorg je ervoor dat je buik niet in een keer leegloopt, maar houd je je flanken en je buik langere tijd bewust iets uitgespannen. Je vertraagt als het ware de uitademingsimpuls.

Het is belangrijk dat je goed leert inademen: je moet je buik dan de gelegenheid geven om bol te worden. Vind je dat lastig, dan kun je proberen om op een inademing bewust je navel een beetje naar buiten te duwen. Houd dit een paar tellen vast en blaas dan leeg, met goed getuite lippen. Je navel moet naar binnen gaan, richting je rug. Wanneer je aan het einde van je adem bent, zet je je mond goed open, zonder de lucht naar binnen te zuigen. Je buik wordt als het goed is vanzelf weer bol.

Let er bij het uitademen op dat dat je middenrif niet vastzet / je flanken niet meer uitduwt dan nodig. Je mag, zeker zolang je niet al te hard zingt, geen spanning op je middenrif, of vlak eronder, of in je keel ervaren. Je spant alleen je lippen aan (in tuitvorm) en je lagere buikspieren, de spieren waarmee je ook lacht en hoest etc. Met deze buikspieren kun je korte of lange (adem)impulsen geven aan een klank, zodat je accenten kunt leggen in een zin of woord en volume en toonhoogtes kunt maken. 

Oefen als eerste met inademen (buik bol maken) en goed uitblazen (buik weer plat maken). Pas deze buiksteun vervolgens toe op een eenvoudig melodisch motiefje, bijv. een toonladder van een kwint, omhoog en weer omlaag (1-2-3-4-5-4-3-2-1). In het stijgen van de toon trek je je navel langzaam naar binnen, in het dalen van de toon laat je je navel langzaam weer los.

Probeer tot slot om je buiksteun flexibel te gaan gebruiken tijdens het zingen, dat wil zeggen: je beweegt je navel naar binnen en laat deze weer los, zonder dat je opnieuw inademt! Je buik/navel beweegt op één uitademing naar binnen, weer naar buiten, weer naar binnen, weer naar buiten enzovoorts, totdat je adem op is en je opnieuw moet inademen. Dit kun je bijvoorbeeld oefenen door je motiefje een aantal keer achter elkaar te zingen (in het voorbeeld van de toonladder over een kwint: 1-2-3-4-5-4-3-2 1-2-3-4-5-4-3-2-1). Let er hierbij op dat je je middenrif niet op spanning zet, je rechte buikspieren (waarmee je tilt, duwt etc.) niet aanspant.

Ik hoop dat je hier wat aan hebt!
groetjes,
Noortje

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.